INFRALIT SI 8009-02

Siliconenpoeder

  • Hittebestending
  • Poedercoating

INFRALIT SI 8009-02 is een poedercoating op basis van vaste siliconenhars. Door de siliconenhars is het poeder zeer goed bestand tegen hitte. Bij verhoogde temperatuur zal het poeder smelten, uitharden en de uiteindelijke coating laag vormen.

INFRALIT SI 8009-02 siliconenpoeder wordt gebruikt wanneer een bijzonder goede weerstand tegen hitte vereist is. Het product kan worden gebruikt bij temperaturen tot 600°C. Het poeder heeft bovendien goede weersbestendige eigenschappen en kan daardoor zowel binnen als buiten toegepast worden. De geschiktheid van de metalen kleuren voor buitengebruik moet worden besproken met de coatingfabrikant. Door de bijzondere eigenschap van dit product zijn de mechanische eigenschappen niet op hetzelfde niveau als die van conventionele poeders. Bij dit product adviseren wij het gebruik van een fluïdisatiehopper.

Voorbereiding van het oppervlak

STALEN OPPERVLAKKEN: Verwijder vet en vuil. Straal het substraat minimaal tot kwaliteit Sa 2½ (ISO 8501-1). Het oppervlakteprofiel minimaal medium (G) ISO 8503-2. Verwijder het stof.

Opslagruimte

In droge en koele omstandigheden max. 12 maanden, afhankelijk van de temperatuur (5 - 25°C). Wees extra voorzichtig tijdens seizoenen met hoge temperaturen. Vermijd opslag in de buurt van warmtebronnen en verwarmingen in vrachtwagens en opslagplaatsen. Bewaar niet in direct zonlicht. De aanbevolen houdbaarheidsdatum van de poedercoating die volgens de instructies is opgeslagen, staat vermeld op het verpakkingsetiket.
Glans Mat
Praktisch rendement 7 - 12 m²/kg afhankelijk van de laagdikte.
Spuiten CORONA
Uithardingstijd 30 min/200°C (metaaltemperatuur)
Kleuren Zwart. De originele kleur en glans kunnen veranderen bij hoge werktemperaturen.
Verpakkingen 20 kg.
Veiligheidsmarkeringen Zie het veiligheidsinformatieblad (SDS). Het poeder zelf is niet brandbaar, maar kan met lucht een explosief mengsel vormen dat bij voldoende ontstekingsenergie ontbrandt. De onderste explosiegrens van typische poedercoatings ligt tussen 20 g/m³ en 80 g/m³ (CEPE, Safe Powder Coating Guideline 8th Edition, 2020). De ventilatie van de spuitcabine dient zodanig te worden afgesteld dat de poederconcentratie in de lucht minder is dan 50% van de onderste explosiegrenswaarde. Bij de berekening van de poederconcentratie in de spuitcabine wordt geen rekening gehouden met het op het werkstuk neergeslagen poeder. Om te voorkomen dat poeder uit de cabine in aangrenzende werkruimten terechtkomt, mag de snelheid van de luchtstroom in de openingen van de cabine niet lager zijn dan 0,5 m/s. Spuiters moeten stofmaskers en beschermende handschoenen dragen. Eventuele poederspatten op de huid moeten worden afgewassen met water en zeep.