INFRALIT PE 8316-02
Polyester poeder
- Poedercoating
INFRALIT PE 8316-02 is een TGIC-vrije poedercoating op basis van vaste polyesterhars. Bij verhoogde temperatuur zal het poeder smelten, uitharden en de uiteindelijke coating laag vormen.
Geschikt voor productcoating in de metaalindustrie voor objecten die een weerbestendige coating vereisen dat niet vergeelt bij blootstelling aan warmte of ultraviolet licht. Voorbeelden van gebruik zijn b.v. constructies die permanent buiten zijn. INFRALIT PE 8316-02 vormt een film met mechanische en chemische resistentie en goede anticorrosieve eigenschappen. Het oppervlak heeft een goede glansretentie, zelfs in buitenomstandigheden. GOEDKEURINGEN: EN 45545-2: 2013+A1: 2015 Brandbescherming op spoorwegvoertuigen. Vereiste stelt R1, R7, R10 & R17 – Gevarenniveaus HL1, HL2 & HL3. NFPA 130: 2020 Vaste geleidebaan- en passagiersrailsystemen, Hoofdstuk 8 - Voertuigen - ASTM E 162: 2016 Standaardtestmethode voor oppervlakte brandbaarheid van materialen met behulp van een stralende warmte -energiebron - ASTM E 662: 2017 Standaardtestmethode voor specifieke optische rookdichtheid gegenereerd door vaste materialen
Veiligheidsinformatieblad
Voorbereiding van het oppervlak
Opslagruimte
Glans | Zijdeglans |
---|---|
Praktisch rendement | 6 - 10 m²/kg afhankelijk van de laagdikte. |
Spuiten | CORONA |
Uithardingstijd | 10 min/180°C (metaaltemperatuur) |
Kleuren | Op afspraak. |
Verpakkingen | 15 kg of 20 kg afhankelijk van de dichtheid van het poeder. |
Veiligheidsmarkeringen | Zie het veiligheidsinformatieblad (SDS). Het poeder zelf is niet brandbaar, maar kan met lucht een explosief mengsel vormen dat bij voldoende ontstekingsenergie ontbrandt. De onderste explosiegrens van typische poedercoatings ligt tussen 20 g/m³ en 80 g/m³ (CEPE, Safe Powder Coating Guideline 8th Edition, 2020). De ventilatie van de spuitcabine dient zodanig te worden afgesteld dat de poederconcentratie in de lucht minder is dan 50% van de onderste explosiegrenswaarde. Bij de berekening van de poederconcentratie in de spuitcabine wordt geen rekening gehouden met het op het werkstuk neergeslagen poeder. Om te voorkomen dat poeder uit de cabine in aangrenzende werkruimten terechtkomt, mag de snelheid van de luchtstroom in de openingen van de cabine niet lager zijn dan 0,5 m/s. Spuiters moeten stofmaskers en beschermende handschoenen dragen. Eventuele poederspatten op de huid moeten worden afgewassen met water en zeep. |
Goedkeuringen & certificaten | ASTM E 662:2017,ASTM E 162:2016,EN 45545-2 |